Practicum: anatomie van de vogel

Iedereen kent het gezegde: 'Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is.' Hetzelfde geldt voor de manier van vliegen. Je hebt sprinters, lange-afstandvliegers, zwevers, wiekelaars (torenvalk, kolibrie) en nog vele andere vliegtypen. Er blijkt echter een relatie te bestaan tussen de vleugelvorm, het gewicht van een vogel, de massa van de vliegspieren en de wijze waarop de vogel in zijn habitat vliegt. Wageningen Universiteit en Research doet hier uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar en onze leerlingen zullen daar een bijdrage aan leveren!<br /><br />Tijdens het practicum worden metingen aan de vleugels en vliegspieren van een groot aantal dode vogels van verschillende soort(groep)en verricht, waarna natuurkundige berekeningen worden uitgevoerd. In combinatie met informatie over de biotoop en levenswijze van een vogel kunnen we uiteindelijk bepalen tot welke manier van vliegen een vogel in staat is en waarom deze zo is aangepast.